In april kregen we van verschillende Duitse hekwerkers de nieuwe Aldi-folder opgestuurd. De opmerkingen ernaast varieerden van ‘Kijk, we kunnen met pensioen,’ tot ‘Kijk, nu is ons mooie beroep echt ten dode opgeschreven.’
Als je ons 10 jaar geleden had gezegd, dat je over 10 jaar hekwerk in de discount-supermarkt kunt kopen, hadden we je waarschijnlijk gevraagd of je ze nog wel allemaal op een rijtje hebt. Maar eigenlijk hadden we het best aan zien kunnen komen. Want het is een trend die al een tijdje bezig is. Hekken en poorten komen al jaren niet meer alleen via de hekwerker bij de klanten. Dat begon in de vorige eeuw al, toen de bouwmarkten ook hekwerk gingen verkopen.
Het is een verschijnsel dat je in alle branches ziet als een product, waar veel vraag naar is, een soort van uitontwikkeld is. Nemen we bijvoorbeeld een baksteen. Ooit, duizenden jaren geleden, kwam iemand op het idee om stenen te bakken uit klei. De eerste stenen werden met de hand tot een vorm gekneed, maar al snel deed de vormbak zijn intrede, waarmee series stenen gemaakt kunnen worden van (ongeveer) gelijke afmetingen en structuur. Dat maakte van de baksteen een handzaam, makkelijk te verwerken en goedkoop te produceren bouwproduct, waar de Romeinen al complete steden mee bouwden. Door de eeuwen heen werden natuurlijk allerlei verschillende vormen en varianten bedacht, maar in de basis veranderde de baksteen niet meer. De steen was goed, zoals hij was, er viel weinig aan te innoveren. Steenfabrieken die zich wilden onderscheiden van de concurrent, hadden maar één optie: zorgen dat hun prijs beter was. Omdat het winnen van klei, het bakken van klei en het transporteren van klei overal ongeveer hetzelfde kost, hadden ze ook maar één manier om die prijs omlaag te krijgen: de volumes opvoeren, zodat ze alle vaste kosten over meer stenen konden verdelen. Dus, wat gebeurde er? Terwijl vroeger ieder dorp aan een rivier zijn eigen steenfabriek had, met zijn eigen kleine bakoventje, zie je nu alleen nog grote steenfabrieken, waar miljoenen stenen per jaar gemaakt worden.
In de hekwerkbranche is precies hetzelfde gebeurd. Draadmatten, rollen gaas, palen, beugels en noem maar op: ze zijn allemaal ooit door iemand bedacht, vervolgens een paar keer door verschillende partijen verbeterd of veranderd, tot er een standaard ontstond, die goed was zoals hij was. Daarna werd er niet meer ontwikkeld, maar gekopieerd en werd de prijs het belangrijkste argument.
En als het alleen nog om de prijs gaat, treedt een ander economisch effect op: de vraaggestuurde markt verandert in een aanbodgestuurde markt. Fabrieken maken niet langer waar de markt om vraagt, maar ze dwingen elkaar om de productie op te voeren. Want wie niet met de prijs mee kan, verkoopt niets. Dus er wordt in betere en snellere machines geïnvesteerd en die moeten draaien. De vraag wordt er later bijgezocht. En zo komt het hekwerkmateriaal ook bij bouwmarkten, handelaren in bouwmateriaal, hoveniers, tuincentra en natuurlijk talloze internetshops terecht. Met uiteindelijk de discount-supermarkt als dieptepunt.
Maar nu de vraag: is dat erg?
Een bij-effect is, dat allerlei amateur-klusbedrijven ook makkelijk aan hekwerkmateriaal kunnen komen. Dan zie je opeens een bus rijden met het opschrift ‘Piets Klussenbus. Voor Conciergediensten, Ontruimingen en Hekwerk’ – en moet je spontaan even diep zuchten. Op Facebook zien we af en toe plaatjes voorbijkomen van de kwaliteit die deze uiterst professionele hekwerkers leveren. Soms leidt het tot een lach, maar meestal tot een traan. Maar verder?
Nee, het is niet zo erg. Tenminste, in onze ogen niet. Het verschijnsel maakt de markt namelijk ook heel veel groter. Heel veel meer mensen komen op het idee om een hek te kopen. Mensen die vroeger dachten dat een hek duur was, zien een aanbieding in het tuincentrum en denken “Hee, dat is misschien ook iets voor ons.” Het grootste deel van de klanten, die bij de Aldi de (overigens heel dunne en lichte) draadpaneeltjes in het wagentje leggen, zijn geen klanten die anders hun hekken bij de hekwerker gekocht zouden hebben. Ze zouden nooit op het idee gekomen zijn.
Maar tegelijk heeft al die overvloed aan hekwerk wel een aanzuigende werking. Buren, schoonvaders en collega’s zien dat Aldi-hek ergens in de tuin staan en denken “ik wil ook zoiets.” Een aantal van hen wil echter geen Aldi-kwaliteit, maar beter dan dat en komt daarvoor naar een vakman. Wat dat betreft maken de Aldi en de internetshops via een soort omweg reclame voor de hekwerkers.
Natuurlijk gebeurt andersom ook: Klanten die niet zoveel waarde aan kwaliteit hechten, gingen vroeger naar de hekwerker, en betaalden daar meer dan ze eigenlijk uit wilden geven, omdat ze nu eenmaal nergens anders terecht konden. Maar hier op de redactie schatten we dat effect kleiner in, dan omgekeerd.
Een tweede effect is, dat het ook voor nieuwe kansen zorgt, als je zelf meedoet aan de trend. Bijvoorbeeld met je eigen internetshop, of met een eigen hekwerkmarkt. En dan bedoelen we het woordje markt zoals in ‘bouwmarkt’ en ‘supermarkt’, maar dan dus voor hekken. Er komt het één en ander bij kijken, maar zo heel moeilijk is het nu ook weer niet. Leg een kleine showtuin aan, op een stukje grond waar je niets mee doet. Zet een paar wapperende vlaggen aan de straat en hang een groot bord met de tekst ‘Hekwerkmarkt’ aan je gevel – en je komt al een heel eind. Vervolgens moet je natuurlijk zorgen dat je het materiaal dat de hobby-hekwerkers nodig hebben, op voorraad hebt. Dat programma kun je zo uitgebreid maken als je zelf wilt, van rollen kippegaas, vlechtband en tuinpoortjes tot complete sets voor aluminium insteekhekwerk. Verder heb je een magazijnmeester nodig, of iemand op kantoor die het niet erg vindt om af en toe op een heftruck te springen. En dan moet je nog een beetje reclame maken, in je lokale weekblad, zodat de mensen weten dat je bestaat. Voor veel hekwerkers misschien zaken, die een beetje buiten de comfortzone liggen, maar het kan ervoor zorgen dat de familievaders met hun Ford Mondeo en een geleend aanhangertje erachter voortaan op zaterdagochtend naar jou komen, in plaats van naar het tuincentrum te rijden. We kennen verschillende hekwerkers die erg succesvol zijn met zo’n hekwerkmarkt.
Wat je in ieder geval niet moet doen, is bij de pakken neer gaan zitten. Hetzelfde verschijnsel speelt namelijk in alle onderdelen van de bouwbranche. Tegels, dakpannen, complete kunststof ramen en deuren, kranen, stopcontacten en alles wat er verder maar in de bouw nodig is, is ook op iedere straathoek te koop. En dat was het al, lang voor hetzelfde met hekwerk gebeurde. Toch heeft dat er niet toe geleid dat alle tegelzetters, dakdekkers en loodgieters allemaal met pensioen konden. Integendeel. Hun diensten worden overal gevraagd – omdat ze vakkennis hebben.
En datzelfde geldt voor onze branche: als je een hekwerkvakman bent en een hekwerkvakbedrijf hebt, blijft er vraag naar je hekwerkdiensten. De klanten die naar jou komen, doen dat omdat je die vakkennis hebt. Niet omdat ze van je verwachten dat je concurreert met de Aldi. En dat zijn er genoeg. Overheden, alle gemiddelde bedrijven op het lokale industrieterrein en ook de particulieren die zelf twee linkerhanden hebben, zullen hun hekken gewoon bij je blijven kopen. Bedien ze zo vakkundig als je kunt, laat je er goed voor betalen en je zult zien dat je bedrijf een zonnige toekomst tegemoet gaat. <
Comments